Laten we beginnen met een paar belangrijke uitdagingen van facility managers op een rijtje te zetten:
Wat als facility managers zouden beschikken over grote hoeveelheden data en deze ook daadwerkelijk zouden kunnen analyseren? Big data maakt het mogelijk om gegevens vanuit de hele faciliteit te verzamelen, analyseren en om te zetten in operationele inzichten voor:
Zeker wanneer geïntegreerde systemen met elkaar samenwerken door middel van Internet of Things. Denk bijvoorbeeld aan verlichting. Ouderwetse verlichting wordt vervangen door LED met sensoren voor het verzamelen van data. Die gegevens kunnen worden gebruikt om storingen te analyseren of energiekosten te verlagen.
Door het vergelijken van gebruikspatronen kunnen faciliteiten grotere efficiëntie bereiken. Door de ene faciliteit met de andere te vergelijken, kunnen managers kijken naar manieren om bijvoorbeeld afval te reduceren of energiegebruik te vergelijken. Door te leren van elkaar.
Faciliteiten kunnen gebruikmaken van big data voor energiebesparing en om prestaties van gebouwen te optimaliseren. Aangezien energiegebruik niet constant is, kunnen slimme sensoren managers helpen om energie aan te passen aan niet-piekuren. Daarnaast kunnen facility managers vertrouwen op gebouwbeheersystemen (BMS) die op meerdere locaties worden ingezet met actuele gegevens. Met de groei van deze trend binnen facility management, komt er meer informatie vrij om gebouwen te optimaliseren. Het proces wordt steeds verder versneld.
Het belang van de inzet van technologie in facility management groeit. Dat bleek onder meer uit het Marktonderzoek 2017 van Twynstra Gudde en FMN. Zo wees in 2017 48% van de respondenten naar big data als belangrijkste technologie voor FM. In 2020 verwacht 55% dat het de belangrijkste technologie binnen FM wordt. Organisaties die niet op technologische veranderingen, zoals sensoren, IoT en 3D-printing inspelen, dreigen de boot te missen.